Angst

 

Spontaan optredende lichamelijke reacties hierbij zijn duidelijk herkenbaar. Een bonzend hart, klamme handen, beven, transpireren, een wee gevoel in de maagstreek en kippenvel zijn er voorbeelden van. Voor een examen, een noodzakelijk bezoek aan de tandarts of misschien bij een levensbedreigende situatie, heeft iedereen dat wel eens ervaren. Van de vier primaire gevoelens: geluk, verdriet, woede en angst, kent vooral het laatste veel lichamelijke reacties.

 

Bij een reëel gevaar kan angst je overvallen. Het lichaam wordt dan als het ware in een alarmtoestand gebracht. Er worden op zo'n moment onmiddellijk stoffen door het hormoonstelsel aangemaakt, die een buitengewoon grote activiteit mogelijk maken. Er kan ineens veel meer en sneller gepresteerd worden. Dat is heel effectief, onder andere bij naderend gevaar, waarbij het verstandig is te vluchten (voor de gewapende vijand of voor een loslopende beer). In dit soort situaties is het dan ook een uitermate nuttige emotie.

 

Behalve bij bovenstaande praktische situaties kan dit gevoel behoorlijk hinderlijk zijn. Meer dan één miljoen mensen in ons land lijdt aan een of andere angststoornis. De gevolgen ervan: rusteloosheid, snel vermoeid zijn, concentratie− of geheugenproblemen, prikkelbaarheid, verhoogde spierspanning en/of slaapmoeilijkheden zijn verschijnselen, die soms langdurig optreden. Van een stoornis wordt gesproken wanneer in combinatie met hevige angst meer dan drie van deze fenomenen gedurende langere tijd (> ½ jaar) optreden. Er is dan passende actie of wellicht medische hulp geboden; temeer omdat het kan ontaarden in allesoverheersende paniek en gepaard kán gaan met hyperventilatie. Depressiviteit op den duur is eveneens niet uit te sluiten.

 

Hoogtevrees, angst voor spinnen, straatvrees, bang zijn voor ziekte, faalangst, smetvrees, benauwdheid door dwanggedachten of −handelingen, groepsangst (sociale angst) zijn gevoelens, waarbij aanwijsbare zaken een rol spelen. Doorgaans is dat ook het geval bij paniek. (Zie ook Emoties.)

Lichamelijke verschijnselen kunnen trouwens ook optreden zonder dat men zich bewust is van de eigenlijke aanleiding. Is neurose (tussen de oren zittend) de oorzaak, dan begrijpt de betrokkene vaak volstrekt niet waarom hij zo angstig is. Ook een fobie is neurotisch en wordt door de betrokkene niet begrepen.

 

Stressstoornis is de medische naam van verwante gevoelens, die ontstaan nadat men in aanraking is gekomen met een zeer schokkende gebeurtenis. Voorbeelden zijn: oorlog, natuurramp, levensbedreigend voorval, ernstig geweld, verkrachting, verkeersongeluk, e.d. Een voorspelbaar rustig leven verandert dan ineens in een situatie, gekenmerkt door machteloosheid, nachtmerries en ontwrichting van het levensritme.

 

Een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) kan er een voortvloeisel van zijn. Enkele (deels gelijktijdig optredende) effecten zijn: schrik, angst, slaap− en concentratieproblemen, wantrouwen, woede, hoofdpijn, vermijdingsgedrag, lusteloosheid, eenzaamheid, gevoel van onveiligheid, vermoeidheid of veelvuldige huilbuien. Door een deskundige kan worden vastgesteld of men een PTSS heeft opgelopen; of een acute vorm ervan, ASS (Acute Stress Stoornis) genoemd. Genoemde verschijnselen komen namelijk ook wel voor onder andere omstandigheden. Via de huisarts is in dat geval doorverwijzing naar een psycholoog noodzakelijk.

 

Bij een psychose (geestesziekte) is er eveneens sprake van angst; de inhoud van wanen en hallucinaties kan zeer beangstigend zijn. De behandeling ervan is in de eerste plaats gericht op de erachter liggende problematiek. Hiervoor is psychotherapie bijna altijd onvermijdelijk.

Met hulp van een gekwalificeerde EMDR therapeut is het onder condities mogelijk heftige angstklachten gebaseerd op schokkende ervaringen die steeds een heftige paniekreactie oproepen in een paar sessies afdoende te behandelen. Als het ware wordt de traumatische gebeurtenis dan overschreven, zoals in een computertekst.

 

De vier belangrijkste theorieën over de oorzaken van angst stellen dat het een gevolg is van:

Æ  Ervaringen uit de eerste levensjaren;

Æ  Een “ongelukkige” samenloop van omstandigheden;

Æ  Een verkeerde manier van denken;

Æ  Indirect door hyperventilatie (verkeerd ademhalen) bij paniek en ruimtevrees.

Erkennen dat je buitengewoon angstig bent, betekent dat gezocht kan worden naar een van de vier mogelijke oorzaken. Herkenning kan de weg vrijmaken voor genezing. Angst overwinnen is helaas altijd een lange en moeizame weg. Het verlichten van de verlammende last daarvan is gelukkig in belangrijke mate mogelijk door zelfwerkzaamheid. Goedbedoelde opmerkingen dat je niet bang behoeft te zijn, werken echter meestal averechts. Bij levensbedreigende problemen is natuurlijk wel doorverwijzing (via de huisarts) naar een op dit terrein deskundige psycholoog aan te bevelen.

 

 

Proberen niet angstig te zijn is bepaald niet de oplossing.

Alle energie steken in het zwemmen tegen de stroom in is onverstandig; liever met de stroom meegaan en je krachten gebruiken voor een aanvaardbaar doel.
Schud de nare gevoelens van je af, zoals een eend zijn veren droog maakt.

 

Een angstervaring verwerk je door:

Wel doen:

Æ  Erover te praten met iemand die wíl en kán luisteren, amper raad geven.

Æ  De tijd nemen, overdenken wat je het meest raakte.

Æ  Uitdrukking geven aan het gebeurde, dat beschrijven, tekenen, erover musiceren.

Æ  Zo veel mogelijk het normale leven hervatten, zoals eten, werken, bewegen, slapen.

Niet doen:

Æ  Proberen te vergeten

Æ  .Je afsluiten voor de buitenwereld

Æ  Gebruik van alcohol of drugs

Æ  .Als ondeskundige zelf medicijngebruik bepalen

 

Men kan de nare gevoelens ook reduceren of geheel bedwingen via:

Gedragstherapie

Dit leerproces vraagt veel tijd en geduld. Ondersteuning van een huisgenoot daarbij werkt meestal bevorderend. Omstandigheden van belang tijdens die training zijn:

Æ  Een ontspannen, gemoedelijke sfeer.

Æ  Vermoeidheid, zorg en overbelasting werken ongunstig; ze bewerkstelligen afvalstoffen in het bloed. Opruiming daarvan wordt bevorderd door een (geleidelijk opgebouwd) dagelijks programma van veel bewegen en nadien ontspannen. Aanbevelingen ter beperking van overbelasting zijn beschreven in “Beheersing werkdruk” van het hoofdstuk “stress”.

Æ  Ook gevoelens van (eigenlijk) moeten, dwang (van anderen) en noodzaak (door omstandigheden) moeten vermeden worden. (Behalve bij bestrijding van dwangneurose.)

Tijdens het leerprogramma wordt het pijnpunt als het ware geleidelijk opgezocht. Angst in verband met aanwijsbare zaken is aangeleerd, en kan daarom ook afgeleerd worden. Voor de training moet een lijst opgemaakt worden van een tiental situaties (minstens meerdere) met opklimmend angstgevoel. Als voorbeeld kan men bij hoogtevrees beginnen met een foto (van een opstapje of trapje); een volgende situatie is angstwekkender. Het is praktisch die lijst te maken met de eerder genoemde vertrouweling, en er vooral veel tijd aan te besteden. (Dat heeft een gunstig effect op het resultaat; het is tevens een mentale voorbereiding.)

 

Per dag beoefent men nu een situatie in een comfortabele omgeving en prettige sfeer. Na afloop worden gevoelens en resultaat besproken. De vriend(in) luistert en geeft (waar enigszins mogelijk positieve) reacties.

Is bovenstaande naar wens verlopen dan wordt de volgende keer een moeilijker opdracht beoefend. Wanneer die te moeilijk blijkt, is een tussenstap wenselijk.

Deze methode is bij de twee eerstgenoemde oorzaken van angst meestal succesvol.

 

Anders denken

       “Verkeerd denken” (als gevolg van: angst voor angst, schuld, schaamte, woede, irritatie of jaloezie) is helaas een niet zelden voorkomend verschijnsel. Hierin verandering aanbrengen is niet eenvoudig.
Op commando lukt dat misschien met toverkunst. Onder geschikte omstandigheden, zoals bij de vorige methode, kan dit fenomeen doorgaans toch overwonnen worden. Bij het veranderen van ongewenste gevoelens is er een treffende overeenkomst met de manier waarop een muur verrijst, namelijk door stapsgewijs de ene steen op de andere te stapelen.

Aan veel mensen geeft spierarbeid juist nieuwe energie. Wandelen, zwemmen, fietsen, hardlopen of tuinwerk, doen een beroep op je lichamelijke kracht; je geestelijke moeheid wordt hierdoor als het ware overtroefd.

Omdat denken het gevoel beïnvloedt, is het verstandig jezelf eens op allerlei zaken te ondervragen. Een treffende vraag voldoende laten bezinken en de suggestie niet direct verwerpen, is dikwijls bijzonder nuttig. Misschien is je mening toch wel te herzien. Het volgende valt te overwegen:

Æ  Is de gedachte die je bang maakt wel realistisch? Kun je het van een andere kant bekijken? Kun je het probleem analyseren en een systematische aanpak bedenken, eventueel met hulp? Is het conflict hanteerbaar te maken? (Zie: “Conflicten”.) Wíl je beslist op tegenspoed rekenen? Wanneer gebeurde er achteraf gelukkig niets vervelends? Waarom zou het noodlot jóu nu treffen? Is je minderwaardigheidsgevoel wel reëel? Hinder of benadeel je anderen?

Æ  Angst dat iets je zal overkomen blijkt vaak ongegrond. (– Ik hoor dat er een inbreker is. – Zij zullen me ongetwijfeld uitlachen. – Die lui zijn vast onaardig tegen me.) Test de bruikbaarheid maar eens. Achteraf valt het vaak reuze mee, zeker wanneer werkelijk levensgevaar wordt betrokken in het gevoel.

Æ  Een probleem kan men ook (leren) zien als een hanteerbaar te maken uitdaging. In plaats van ontlopen, kan men het meester worden. Het beïnvloeden van het denken is wel degelijk mogelijk, al vraagt het wilskracht en geduld. Door oefening worden weerbaarheid en zelfvertrouwen vergroot. De werkwijze verloopt volgens het denkproces: analyse (wat, waarom, wanneer), het zoeken naar mogelijke oplossingen, keuze daaruit, uitvoering (starten met oefenen?) en na een periode (een maand bijv.) beoordeling van het effect.

Æ  Een andere denkwijze teweegbrengen volgens de RET-methode is beschreven in het hoofdstuk “stress” onder “Mentale weerbaarheid versterken”. Een nieuwe zienswijze helpt nare en ongewenste gevoelens weg te werken.

Een fatalistische stemming is aangrijpend verwoord op een oude verrotte plank voor een café in Guillestre (Frankrijk):

 

 

“Het verleden heeft me teleurgesteld, het heden kwelt me en de toekomst beangstigt me.”
                                    Voorwaar een jammerlijke stemming!

Volgens Epictetus (stoïsch filosoof ± 50-130 n.Chr) hebben we zonder meer in onze macht:

     Onze meningen, ons streven, onze begeerte en afkeer.

En wat we niet in onze macht hebben is:

     Ons bezit, aanzien, lichaam en onze macht.

Afgaand op zijn wijsheid kunnen we onze mening over verleden, heden en toekomst veranderen. We kunnen ons eindoordeel zélf wijzigen. Teleurstelling, kwelling en angst zijn er; maar vast zijn er ook plezierige, wenselijke gedachten.
Als die door omstandigheden wat op de achtergrond zijn geraakt kun je die eens naar voren halen. En dan ziet het er al wat beter uit.
Wellicht is het niet zo gek je daar op te richten en daar een gewoonte van trachten te maken. Probeer het maar eens!

 

Bewust ademen

       Hyperventilatie is te snel en/of te diep ademen, zonder noodzaak daartoe. Er ontstaat een tekort aan koolzuur, waardoor allerlei “vreemde” klachten optreden. Bijvoorbeeld: ademnood, een bonzend hart, duizeligheid, beven, transpireren of een doof gevoel. Een drietal keer uit− en inademen in een plastic zak is een bekend middel om de koolzuurspanning te verhogen. Nervositeit of angst verdwijnt dan zienderogen.

 

Geneesmiddelen

       Niet voor elke benauwdheid wordt een medicijn gegeven. Alleen wanneer er sprake is van een regelmatige angst, een onbekende oorzaak of buitenproportionele angst wordt een kalmerend middel voorgeschreven. Trouwens, in sporadische gevallen van podiumangst of examenvrees wordt mogelijkerwijs een bètablokker gegeven. Zonder psychologische begeleiding is regelmatig gebruik absoluut niet zinvol. In plaats daarvan is vertrouwen op jezelf, en je een misser toestaan, gezonder. Medicijnen zijn vaker oorzaak van weer een nieuw probleem dan een afdoend hulpmiddel.

 

Besluit

       Een passende actie om de angststoornis terug te dringen voorkomt dat men vervalt in een nutteloze wanhoopsdaad. Is het niet een betere optie werkelijk te berusten in het onvermijdelijke? Wat onafwendbaar is gebeurt immers toch; daar is geen ontvluchten aan.

Naar het treffende oosterse verhaal daarover maakte P.N. van Eyck (1887-1954) het beroemde gedicht:

 

“De tuinman en de dood”.

 

 

 

 

Een Perzisch edelman:
Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
voor de avond nog bereik ik Ispahaan!”

Vanmiddag (lang reeds was hij heengespoed)
heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
“Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
“hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?”

Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was 't,
waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
die ik 's avonds halen moest in Ispahaan.”

 

Rake spreuken:


Wie gebeten is door een slang, wordt angstig voor een stuk touw.   (Joods Spreekwoord)

Strijd tegen angst is niet alleen afmattend, het spijkert het probleem zelfs vast.  (Plume)

Wie nergens bang voor is,  wordt door het gevaar verrast.   (NN)

 

 

Literatuur:      SISO-nummer 415.3 (Bibliotheek rubricering)

* De angst de baas – dr. Frits Winter – ISBN 90 5513 223 3

* Angsten en fobieën – dr. J.P.C.M. Hoevenaars – ISBN 90 6611 095

 

Jongste revisiedatum 14-04-2020