Geluk
is hetgeen we anderen toewensen bij allerlei gelegenheden. Trouwens, ook wij
zelf streven ernaar, en 't liefst naar dát van duurzame aard. Deze drang zit in
ieder mens. Is rijkdom, bezit, kennis, genot, of maatschappelijke positie het
“einde”, of zijn het juist goede gezondheid en welbevinden die ons gelukkig maken?
De maat is essentieel, want óngelukkig kan men zich ook voelen terwijl men zeer
rijk is; en een geléérd mens kan toch diep ongelukkig zijn. Met andere woorden:
het lijkt niet alleen van materiële zaken of van kennis afhankelijk te zijn.
Is creativiteit of zelfontplooiing uiteindelijk het belangrijkste? Of is afwezigheid van ongeluk al geluk? Dergelijke vragen zijn van alle tijden. Toch heeft niemand er ooit een algemeen aanvaard antwoord op gevonden.
Om enige vat op dit thema te krijgen, wordt hier wat dieper ingegaan op dit begrip. De meest bekende betekenissen zijn:
Æ Gunstig toeval.
Æ Fortuin in de zin van gunstige loop der omstandigheden.
Æ De aangename toestand waarin men al zijn wensen en verlangens bevredigd ziet.
De laatste betekenis spreekt ons wellicht het meest aan. Bij nadere beschouwing is er echter, wat bereikbaarheid betreft, overeenkomst met de kwestie: “Hoe ontvlucht iemand zijn schaduw”. Immers, alle wensen bevredigd willen zien, is zowel materieel als geestelijk een nooit eindigend verlangen. Je blijvend gelukkig voelen is één van de moeilijkste levenshoudingen.
Bij kansspelen hoopt men op een gunstig toeval; bij “geheim” geluk bepalen bovennatuurlijke krachten het moment of de omstandigheden voor het fortuin. Tevreden zijn: het “geluk van het genoeg”, zou een kunst genoemd kunnen worden. Is succes afdwingbaar, zoals dit in de zakenwereld wordt genoemd? Positief denken is een wezenlijke bouwsteen voor het geluksgevoel. Brengt het werk van de filosofen ons verder? En ten slotte: valt het je in de schoot of moet je eraan werken? Over die onderwerpen gaat het in dit hoofdstuk.
De
belangstelling voor loterijen, casino’s en gokkasten wordt gevoed door onze
hebzucht. Reclame voor kansspelen prikkelt juist die begeerte. In totaliteit
zetten de spelers veel meer geld in dan er ooit uitgekeerd wordt. Er blijft
namelijk heel wat aan de strijkstok hangen. De individuele speler denkt de
hoofdprijs, of desnoods een troostprijs te winnen. De kans op de hoogste prijs
is echter uiterst klein. Bij enkele bekende loterijen is deze slechts:
1 op 2.500.000 en 1 op 3.000.000 (drie miljoen).
Spelers
sluiten hun ogen voor dit geringe uitzicht op geluk.
Er zijn overigens daarbij wel twee dingen bijna zeker, namelijk:
Æ Verlies; het gemiddelde verlies is vaak wel 30 tot 50% van de inzet, en:
Æ Illusie; omdat het geluk toch wel een kéér zal toeslaan, worden luchtkastelen alvast gebouwd.
Het geloof in bovennatuurlijke krachten is ook in onze westerse wereld wijd verspreid. Enkele bekende voorbeelden van mogelijk onheil zijn: vrijdag de dertiende is een ongeluksdag. Onder een ladder doorlopen brengt een ramp. In de sterren staat mijn toekomst beschreven. Met deze talisman voorkom ik onheil. Daarnaast zijn er ook fortuinbrengende bovennatuurlijke krachten: Een hoefijzer als symbool voor geluk. De meest gunstige beslissing nemen met behulp van tarotkaarten. Door astrologen laten uitrekenen wanneer het tij gunstig is voor een bepaalde activiteit.
Wie er niet in gelooft, beschouwt al dat soort voorspellingen als toverkunst. Wie er wél waarde aan hecht, kent de stelling dat er meer is tussen hemel en aarde dan wat we kunnen waarnemen. Duiding op genoemde manier zal dan ook wel juist zijn vinden zij.
Een
overtuiging veranderen betreffende al of niet geschiktheid
van deze methode voor prognose, is bijkans onbegonnen werk.
Indien alle wensen gehonoreerd zouden zijn, zou je kunnen spreken van “het geluk van het genoeg”. De behoeften van de mens hebben een hiërarchie; eerst moeten lagere behoeften bevredigd worden, voordat hogere aan de beurt komen. Volgens Maslow (A. Maslow, 1908 - 1970, Amerikaans psycholoog) kan men zijn mogelijkheden tot zelfverwerkelijking pas ontwikkelen, nadat voldaan is aan zijn basisbehoeften. Zelfverwerkelijking houdt in: het streven naar kennis, creativiteit en zelfontplooiing. Het bereiken van deze situatie is een gecompliceerd proces. Zelfverwerkelijking is in feite een ontwikkeling naar volwassenheid in alle opzichten. Uiteindelijk ontstaat er een meer complete en rijpere persoonlijkheid.
De rangorde van eerder genoemde behoeften wordt weergegeven in de “driehoek” of “piramide” van Maslow:
Pas wanneer de lagere behoeften voldoende bevredigd zijn (men genoeg heeft), is men toe aan hogere. Een logische vraag is dan: Hoeveel is genoeg? Die vraag is niet objectief te beantwoorden. In een bepaalde situatie zal iemand na een minimale hoeveelheid eten al verzadigd zijn, terwijl een ander in diezelfde omstandigheid “luxe” eist om voldaan te zijn. Met andere woorden: het genoeg voor de één kan voor de ander lang niet voldoende zijn.
Wat genoeg is, weet men pas, als men dat zélf ervaren heeft.
Een toenemend
aantal lieden in handel en industrie is de mening toegedaan dat zakelijk geluk
kan worden afgedwongen. Om te leren hoe dat moet, worden er vele dure seminars
gehouden. Behalve een passend en goed product is de allerbelangrijkste
voorwaarde voor succes:
Persoonlijkheid en vooral: …. persoonlijke uitstraling, zo wordt onderwezen.
De drie bouwstenen voor die houding zijn:
Æ Fit en vitaal zijn.
Je hebt dan een helderder en creatievere kijk op potentiële kansen.
Æ Geloof en vertrouwen in je activiteit.
Laat onzekerheden niet blijken, maar straal sterke wilskracht en
standvastigheid uit.
Æ Gebeurtenissen positief interpreteren.
Richt je aandacht op de bruikbare aspecten van het voorval.
Neem veiligheidsmaatregelen tegen gevaren die erdoor kunnen ontstaan.
Laat nooit, door welke gebeurtenis dan ook, je stemming bederven.
Het vorenstaande is in het bijzonder gericht op de positieve kant van een zaak.
Dat is precies waar de reclame voor een product op inspeelt. Deze laat immers ook altijd alleen maar de positieve kanten of gewenste eigenschappen zien.
Kort na de
wereldoorlog II werd door Norman Vincent Peale het
boek “De kracht van positief denken” gepubliceerd. Men leert daarin het
zelfvertrouwen verhogen, aan het eigen geluk te werken, persoonlijke problemen
op te lossen, te ontspannen, en waardering te verkrijgen. Hij stelt daarin: “Positieve gedachten wekken positieve krachten op, die op hun
beurt positieve resultaten geven.”
Dagelijkse problemen en gevoelens van wrok of falen kunnen overheersen. Ze bevorderen dat men zich ongelukkig gaat voelen. Natuurlijk kent het leven naast goede, ook kwade tijden. Soms komt er wel erg veel op je af. In plaats van nare gevoelens over tegenspoed kan geleerd worden ze desondanks mentaal te beheersen.
Het opnieuw, en anders onder woorden brengen van de oude wijsheid van filosofen, dat de gedáchte over een feit bepalend is voor het gevoel daarover (hetzij ongelukkig, of angstig), deed na kennisname hiervan velen steigeren. Kunnen we feiten door denken veranderen? Welnee, natuurlijk niet. Het gaat erom hóé we ermee omgaan.
Het feit zélf kan niet veranderd worden. Blijven staan bij de vervelende gedachtegang maakt teleurstellingen alleen maar erger. “Op verzuurde grond wil niets meer groeien”, wordt wel gezegd. Met positief denken kan de knop omgezet worden; kun je er het beste van maken. Dat is het principe dat Norman Vincent Peale, en velen na hem, ons leerden. Het is veel meer een houding: hoe ga je met feiten om, in plaats van al of niet “objectieve” interpretatie ervan.
Zowel op het werk als thuis moet je positief denken
praktiseren, op straffe van innerlijke gespletenheid. Dat wil zeggen dat je
moet leren negatieve gedachten te negeren.
– Bijvoorbeeld zoiets van: “Gedachte,
je bent er wel, maar het is nu even niet jouw beurt.” –
Daartoe moet langdurig getraind worden in de richting van het positieve. Feiten
blijven feiten; de ogen sluiten voor de realiteit is zeker niet de bedoeling.
Als de zon schijnt, is er een zonkant en een schaduwzijde. Alleen het accentueren van het nuttige
aspect vindt plaats bij positief denken.
Training van deze denktrant kan als volgt plaatsvinden:
Æ input: andere kijk erop ® output: nieuw oordeel met perspectief;
Æ input: ander oordeel ® output: gevoel zonder wrok, angst, schuld;
Æ input: ander gevoel ® output: groei naar harmonie.
Zorg ervoor dat de vroegere onbalans, de negatieve
interpretatie, met wortel en tak uitgeroeid wordt, opdat een dergelijke
afbrekende gedachte niet tóch weer de kop opsteekt. Zorgelijkheid, wrok, gebrek
aan zelfvertrouwen, egoïsme en aarzeling; jaag ze allemaal weg uit je hoofd.
Zoek naar creativiteit, enthousiasme, blijheid, opgewektheid en moed.
En vooral: glimlach tegen vandaag:
Dit is de eerste dag van de rest van je leven!
Oudgriekse filosofen (Plato, Aristoteles, Epicurus en anderen) betoogden dat het goede leven ligt in evenwicht en harmonieuze realisatie van al onze capaciteiten, in een rationele levenswijze en in het beheersen van wensen en impulsen.
Geluk is een onderwerp waarmee filosofen zich sinds mensenheugenis hebben beziggehouden. De toestand van totale levensvervulling en bevrediging gold bij de oude Grieken als doel voor het handelen, waarbij men aannam dat deugd gelukkig maakt. Kant (Immanuel Kant 1724 - 1804 filosoof) heeft eerder plichtsbetrachting dan het streven naar gelukzaligheid als norm voor levenswandel willen stellen.
Er werden drie begrippen gehanteerd:
Æ Plezier, genot, lust (hèdonè)
Æ Welzijn, welbevinden (eudaimonia)
Æ Gelukzaligheid (makariotès)
1 Bij het
eerstgenoemde begrip, hedonisme, is de opvatting
dat het enkel genot zoeken (genot,
plezier, lust, bevrediging van behoeften) geluk betekent. De
tegenwoordige samenleving is helemaal doordrongen van bevrediging van materiële
en immateriële wensen. Men is voornamelijk sterk gericht op het hebben. De reclame zorgt er wel voor dat de begeerte naar
al die zaken voortdurend aangewakkerd wordt. [1]
Gehecht zijn aan wat dan ook of onvervulde verlangens (begeerten) zijn er vaak de oorzaak van
dat je je niet gelukkig voelt. Een hertaald Oosters verhaal over dat verknocht
zijn aan bezit is leerzaam in dit verband.
Dat verhaal gaat als volgt:
In de toeristenstad op een van de vele bankjes zit
Hein. Aan zijn houding en gezicht is te zien dat er wat schort. Als Malloot
langs komt en vraagt wat er aan de hand is zegt Hein openhartig: “Ik ben zo arm
als Job, daarom ben ik zo ongelukkig. Mijn enig bezit is wat in die tas daar
zit.”
“Ach zo” zegt Hein.
Even is het stil. Dan ineens grijpt Malloot de tas en gaat er op een draf
vandoor!!
Nauwelijks bekomen van de schrik gaat Hein de dief achterna.
Na korte tijd, en Hein wordt al moe, ziet hij zijn eigen tas op straat liggen.
“Wat een geluk, wat ben ik blij dat ik mijn spullen weer terug heb.” roept hij.
Daarop komt Malloot uit een steegje, waar hij zich verborgen had, en
constateert:
“Eigenaardig, daarnet was je diep ongelukkig …… en nu ben je weer blij ermee!”
Je staat er vaak niet bij stil dat je geen pech hebt:
Wat voel je je rot als je kiespijn hebt. Geluk is dan ver te zoeken. Je voelt je werkelijk ongelukkig. Naderhand vind je het natuurlijk heel gewoon geen kiespijn te hebben. Eigenlijk is dat toch ook geluk nietwaar?
De les van deze twee schetsen is: Hoe je erover denkt is doorslaggevend.
In oude
islamitische culturen zie je woningen met prachtige inpandige tuinen. Een
gedachte daarachter is: Als het binnen bij jou er
maar goed uitziet.
Welzijn zit immers ook in je binnenste.
Geluk vinden we vast niet door verlangens te koesteren en aan te wakkeren, maar
juist door begeerten te verminderen. Anders gezegd: door te onthechten. In oude
tijden werden de “geneugten” door Augustinus en zijn volgelingen in een kwaad
daglicht gesteld.
In China werd vroeger (?) schamper opgemerkt, dat in het Westen talloze
onnodige dingen te koop zijn. Gelukkig wint belangstelling voor welzijn
geleidelijk terrein.
“Het bezit van de zaak is immers vaak ook het einde van het vermaak.
2 Welzijn staat voor welvaart, goede lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het woord welbevinden komt daar eigenlijk nog dichter bij en heeft verwantschap met gevoelens en wensen. Totale ontplooiing van je mogelijkheden, waardoor ook een meer complete en rijpere persoonlijkheid ontstaat, is de meest ideale toestand voor het creëren van geluk. Dat is een nú meer gehoorde opvatting.
3 Gelukzaligheid vooronderstelt een tweedeling van lichaam en geest. Het heeft betrekking op geluk van de voortlevende ziel en is het hoogste doel van het menselijk leven in de opvatting van een geloofsovertuiging.
De kern van genoemde drie begrippen is op de keper beschouwd
verwant met de werkwoorden:
“hebben, zijn, worden”.
Men vindt in de literatuur van de filosofie talrijke beschouwingen over geluk
en hoe dat te bereiken is. (Zie literatuuropgave.)
In het kader van dit werk kan niet dieper worden ingegaan op de diverse
vroegere− en moderne opvattingen.
“Geluk is niet te koop, je moet het hebben” en “als je geluk hebt, kun je met een kwartje de wereld rond”. Dit zijn beide uitdrukkingen die een kern van waarheid bevatten, zoals dat met gezegden meestal het geval is. Eensdeels schijnt het niet van jezelf afhankelijk te zijn zoals bij loterijen; anderdeels lijkt het een gevolg te zijn van jouw gedachte daarover. (Zie Citaten) Er zijn kennelijk meerdere invalshoeken voor de condities van geluk. Gezegd wordt dat geluk op de rug van activiteiten komt; je moet er als het ware vóór en áán werken. Men meent vaak dat geluk afhankelijk is van omstandigheden, van anderen, van karakter, van mogelijke tegenslag of van je gevoel.
Ten slotte zou ook de invloed van bereikt succes, en vooral van liefde niet onderschat mogen worden. Ziedaar een schets van de vele, vermeende omstandigheden voor geluk.
In Chinese literatuur vind je de stelling: Geluksgevoel is gebaseerd op harmonie. Dat wil zeggen dat je op basis van evenwichtigheid weet om te gaan met de realiteit en met het immateriële. Het werken hieraan houdt in: je richten op harmonie met de eerder genoemde omstandigheden. Het vinden van een juiste balans erin is een moeilijk en langdurig proces.
De voldoening die bereikt wordt wanneer een klein pasje
voorwaarts is gezet op deze weg, betekent zeker geluk.
Wie daaraan stapje voor stapje moet gaan werken, en welke hulp daarbij
ingeroepen kan worden, zijn uiterst belangrijke vragen.
Wellicht
helpt je daartoe de aanschaf van een klein spiegeltje...........
om de eerstverantwoordelijke en tevens de allesbepalende werker te ontdekken!
Citaten:
Het geluk is weliswaar met de domme, maar om gelukkig te
zijn, dáár heeft men verstand voor nodig. (Fliegende Blätter)
Geluk is niet hebben wat je wilt, maar waarderen wat je hebt. (naar Rémy Montalée)
Tevredenheid gaat boven rijkdom. (Spreekwoord)
Geluk is er al, pluk het maar. (Plume)
Slechts hij is gelukkig, die denkt dat
hij het ís. (Seneca, Romeins dichter en
wijsgeer; stoïcijn)
Het geheim van het behoud van geluk is: elke dag voedsel geven aan onze liefde. (Thich Naht Hanh)
Het leven is een feest maar je moet wel
zelf de slingers ophangen (Magda Sylvia)
Van winst nemen is niemand arm geworden (Jan Hendrik)
Literatuur: SISO-nummer
172 (zie inleiding)
* Filosofie van het geluk - Het Spectrum - Henk Vos - ISBN
90 274 5558 9
* De kracht van positief denken - Norman Vincent Peale
- ISBN 90 6057 831-7
Jongste revisiedatum 1-8-2023