Toespraak

 

Retorica is de oude naam voor welsprekendheid, ook wel redekunst genoemd. In de literatuur is deze kunst, een redevoering houden, soms beschreven onder massacommunicatie. Retorica speelde in de oudheid een belangrijke rol, omdat in een rede persoonlijke overredingskracht doorslaggevend was. Het overtuigen met retoriek, je bewering aanvaard krijgen, is nog steeds aan de orde vooral bij politieke beslissingen.

 

Wanneer men een boodschap naar het publiek wil overbrengen, is altijd het je trefzeker uitdrukken van belang, maar meer centraal staat nu of de mededeling het publiek ook overtuigt. Anders gezegd: Het ontvangen is belangrijker geworden dan het zenden.

Een goede voorbereiding is het halve werk en dat geldt zeker voor het houden van een toespraak. Van het verhaal “huiswerk”, en nog eens “huiswerk” maken, is even belangrijk als schijnbaar ontspannen de redevoering houden.

 

In dit hoofdstuk worden algemene aanwijzingen gegeven voor onervaren sprekers. Doe alsof je gewoon iets vertelt, maar wéé je gebeente als je de inhoud niet dóórdacht of uitgewerkt hebt. Bedenk hoe je als spreker overkomt, klopt je redenering en welke gevoelens weet je bij het publiek los te maken.

 

Bij het maken van een redevoering is de aanpak als volgt:

1   Bepaal het onderwerp,

2   Maak er een schema van,

3   Leer het betoog van buiten (desnoods met steekwoorden of met uitgeschreven grote tekst),

4   En ten slotte: oefen praktisch voor een spiegel of in het bijzijn van een toehoorder.

 

Het schema van je verhaal bij een probleem kan bestaan uit de vijf volgende onderdelen of enkele daarvan:

I   Voorwoord,

II  Feitelijke gebeurtenissen,

III Probleemstelling,

IV Oplossing en bewijsvoering,

V  Epiloog (het slotwoord).

 

Een rede behoort afgestemd te zijn op de toehoorders, met andere woorden: er moet rekening gehouden worden met de behoeften, voorkennis, frustraties, motieven, vooroordelen en mogelijke reacties van het luisterend publiek.

Het is belangrijk af en toe de interesse van het gehoor te wekken en/of in te spelen op identificatie van de groep met het te berde gebrachte. Het verhaal doorspekken met een amusant gegeven boeit vaak luisteraars meer dan strikte logica.

“Ik schrijf je een lange brief, want tijd voor een korte brief ontbreekt me.” is een uitspraak die aangeeft, dat er méér voorbereidingstijd nodig is om iets beknopt, maar duidelijk weer te geven. Een luisteraar is namelijk bijna altijd kortere tijd geboeid dan de spreker in zijn enthousiasme veronderstelt.

 

Enkele praktische aandachtspunten zijn:

Æ De eerste zin moet, evenals vuurwerk, eruit knetteren; dat heeft twee functies: aandacht van de toehoorders trekken en de spanning van de spreker reduceren.

Æ Leer en beoefen deze start hardop.

Æ Geef bij de aanvang eventueel aan:

     - Wie de spreker is, vooral: wat verteld wordt

     - Wanneer er gelegenheid is voor het stellen van vragen en hoe de huishoudelijke zaken geregeld zijn. (koffie, roken, pauze, mobiele telefoons uit ?  etc.)

     - Al of niet beschikbaarheid van de tekst of samenvatting en de duur van de lezing.
(
NB  Houd je aan die belofte!!!)

Æ Spreek in korte, directe zinnen en maak gebruik van lichaamstaal, zoals gebaren, mimiek, en dergelijke.

Æ De krachtigste presentatiemiddelen zijn nog altijd:
Stilte,   oogcontact en glimlach,   applaus; mits ze in het verhaal passen natuurlijk.

Æ Een logisch verhaal, de goede volgorde en er zelf helemaal achter staan zijn van groot belang.

Æ In bijna alle gevallen is het nuttig in het slotwoord de hoofdzaak nog eens kort samen te vatten.

 

Het is verstandig de feiten en het commentaar daarop duidelijk te scheiden. Discussie over feiten vindt later meestal niet plaats, of het gaat om aanvullende, mogelijk andere feiten. Echter, een mening over de zaak kan wel afwijken; houd hiermee rekening in het verhaal. Een spreekwoord zegt: Feiten zijn heilig, de méning daarover kan verschillen.

Indien de tekst voorgelezen wordt, is het handig:

Æ  Deze uit te typen met een groot lettertype,

Æ  Elke zin op een nieuwe regel te laten beginnen en niet uit te spreken instructies/gebaren met een:

                        Totaal andere letter weer te geven

Een rede moet uitgesproken worden alsof die ter plekke bedacht is.

 

Praktische tips ter beperking van podiumvrees zijn:

ÆHeb begrip voor zenuwachtigheid, laat een uiting ervan gewoon toe.

ÆKijk zo nu en dan enkele (dezelfde) toehoorders in de zaal aan, alsof je ze al jaren kent. Richt je ogen op hun haardos of er net boven.

ÆSpreek niet te snel en niet met fluisterstem.

ÆElke zin mag de volle aandacht hebben, de toehoorder kent het verhaal immers pas als u het vertelt.

ÆAls spreker draag je gepaste, gemakkelijk zittende kleding.

En ten slotte een dwingende raad:

ÆOefen altijd vooraf praktisch met je stem en de te gebruiken bijzondere hulpmiddelen!

ÆMet de hoofdcamera van je mobiel kun je een opname maken.

 

Citaten:

Het is een slechte redevoering, als men er niets van onthoudt. (Pierre Nicole)

Wat redenaars aan diepte ontbreekt, geven zij aan lengte. (Montesquieu)
(
Franse staatsman die scheiding van de drie bestuursmachten propageerde.)

 

Literatuur:  SISO-nummer499.4  (Bibliotheek rubricering)

* Presenteren – David Bloch – Samson – ISBN 90-14-05027-5

            *Spreken in het openbaar voor dummiesAlyson Connolly – ISBN 978 90 453 5647 1

 

 

 

 

Jongste revisiedatum: 18-10-2019